Inhoudsopgave
Een strak gazon hoeft geen onmogelijke klus te zijn. Met een beetje voorbereiding en de juiste werkwijze kun je zelf nieuwe graszoden leggen en genieten van een frisse, groene mat in je tuin. Het kost even wat werk op de dag zelf, maar het resultaat mag er zijn. Hieronder lees je hoe je stap voor stap te werk gaat, inclusief praktische tips om het verschil te maken.
Weg met het oude gras
Een nieuw gazon begint met een schone lei. Oude graszoden, wortels en onkruid moeten volledig weg om de nieuwe mat goed te laten hechten. Resten die je laat liggen, zorgen later voor verzakkingen of kale plekken. Hark de toplaag schoon en verwijder stenen en wortelresten. Hoe netter je begint, hoe mooier het eindresultaat straks wordt.
Bodem luchtig maken en vlak leggen
De wortels van jonge zoden hebben zuurstof en ruimte nodig. Maak de bovenlaag daarom tien tot vijftien centimeter los met een spade of frees. Egaliseer daarna met een hark zodat er een strak en vlak oppervlak ontstaat. Houd er rekening mee dat graszoden zelf twee tot drie centimeter dik zijn, dus werk de ondergrond iets lager uit. Werk in meerdere rondes: losmaken, licht aandrukken en weer harken tot alles mooi vlak ligt.
De zoden neerleggen
Op de dag van aanleg gaat het om tempo én precisie. Leg de zoden zo snel mogelijk na levering uit, het liefst direct vanaf een rechte lijn of rand. Zorg dat de banen goed aansluiten en laat de naden verspringen zoals bij bakstenen. Voor randen en bochten gebruik je een scherp mes, zodat de zoden strak aansluiten. Overlappingen snijd je weg door twee zoden tegelijk door te snijden en de stukken passend neer te leggen.
Aandrukken en voeding geven
Zodra de zoden liggen, druk je ze stevig aan. Dat kan met een wals, maar ook door planken neer te leggen en hier overheen te lopen. Het doel is dat er overal goed contact is tussen gras en bodem. Strooi daarna een aanlegbemesting die de wortelgroei ondersteunt. Zo krijgen de zoden direct de voeding die ze nodig hebben om zich stevig vast te zetten in de ondergrond.
Water, water en nog eens water
Nieuwe graszoden mogen niet uitdrogen. Begin direct na het leggen met sproeien en zorg dat de ondergrond goed doordrenkt raakt. In de eerste twee weken is dagelijks water geven noodzakelijk, bij warm weer soms meerdere keren per dag. Sproei liever langer en minder vaak, zodat het water echt bij de wortels komt. Bouw het sproeien pas af wanneer de zoden goed vastzitten. Dit hoort bij het basis gazon onderhoud in de beginfase, waarin ook maaien en bemesten stap voor stap worden toegevoegd om de grasmat sterk en gezond te laten doorgroeien.
De eerste weken nazorg
Een nieuw gazon moet wennen. Vermijd intensief belasten tot de zoden stevig vastliggen. Maaien kan zodra het gras acht tot tien centimeter hoog is en duidelijk wortel heeft geschoten. Maai dan niet te kort: zes centimeter is een veilige hoogte. Na vier tot zes weken kun je opnieuw bemesten, zodat het gazon voldoende voeding heeft om verder dicht te groeien.
Tip van de expert
We spraken met Marcel Lageman, oprichter en eigenaar van Graszodenkopen.nl. Zijn belangrijkste advies: “Plan de levering altijd op de dag van aanleg en leg de zoden direct na aankomst. Bewaren vergroot de kans op broei en dat zie je later terug in de kwaliteit van je gazon.” Een eenvoudige tip die veel verschil maakt. Kijk hier voor meer tips over graszoden.